Naar de inhoud
Instroom A en Project 600

Informatie voor werkgevers

Wat moet je doen als je werknemer een opleiding tot zorgkundige of verpleegkundige wil volgen? Waar moet jij als werkgever voor zorgen, en wat kan je krijgen van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector?

Hoe werkt het opleidingsproject?

Je studerende werknemer hou je in dienst gedurende de volledige opleidingsduur met behoud van het loon en de voordelen van de huidige benoeming of het contract.

Daarnaast blijft het arbeidsreglement op de werknemer van toepassing.

Jij als werkgever stelt een vervanger aan voor de tijd dat je werknemer in opleiding is. Om die vervangingen te financieren, krijg je een financiële tussenkomst van het Fonds.

Overleg met je werknemer

Je werknemer stelt zich kandidaat door een inschrijvingsformulier, een werkgeversattest en een schoolattest aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector te bezorgen. Het werkgeversattest moet jij invullen. Daarin informeer je ons over de huidige tewerkstelling van je werknemer en garandeer je dat je de werknemer voor de hele duur van de opleiding in dienst zult houden.

Overleg dus met je werknemer en vul het werkgeversattest in van het opleidingsproject waarvoor de werknemer in aanmerking komt.

Geselecteerd! Wat nu?

Als het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector je werknemer toelaat tot de opleiding, krijgen jullie allebei het reglement toegestuurd. Er wordt nu het volgende van jou verwacht:

  • Onderteken het reglement voor werkgevers en stuur het naar het Fonds via maribel@rsz.fgov.be.
  • Neem een vervanger aan per geselecteerde werknemer, met een contract van onbepaalde duur.
  • Verwittig je verzekering dat je werknemer nu een ander type prestaties levert en vermeld de school waar hij opleiding volgt.

Tijdens de opleiding

Terwijl je werknemer de opleiding volgt, moet jij het Fonds op de hoogte houden van de vooruitgang. Dat doe je zo:

  1. Stuur de schoolattesten van de werknemer (inschrijvingsbewijs, bewijs van nauwgezetheid, attest van slagen/niet slagen en attest tweede zittijd) op naar het Fonds (binnen de 30 dagen na de start van het schooljaar/de module en na elk schooltrimester).
  2. Breng het Fonds onmiddellijk op de hoogte wanneer de werknemer met de opleiding stopt.

Met de attesten weet het Fonds dat het je elk kwartaal een tussenkomst mag uitbetalen voor de vervanging van je werknemer.

De financiële tussenkomst

Het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector biedt je de volgende tussenkomst:

  • Ter vervanging van een werknemer die de voltijdse opleiding verpleegkunde of zorgkunde volgt, 40.000,00 euro per jaar. Dit bedrag wordt proportioneel berekend in functie van het aantal uren tewerkstelling van de werknemer in opleiding.
  • Ter vervanging van een werknemer die de deeltijdse opleiding zorgkunde of de brugopleiding verpleegkunde volgt: maximaal 20.000 euro per werknemer per jaar.

Na de opleiding

Als je werknemer een diploma behaald heeft, betaal je hem of haar in principe uit in het barema dat overeenkomt met het diploma, op voorwaarde dat er een betrekking openstaat.

Het barema moet minstens overeenstemmen met de anciënniteit die de werknemer zou gehad hebben als die niet in opleiding was geweest. Je moet je houden aan de wettelijke en reglementaire bepalingen.

Wat als je bezwaar hebt?

Op zich kan je je niet verzetten als een van je werknemers zich kandidaat stelt voor een opleiding tot zorgkundige of verpleegkundige.

Ben je van oordeel dat te veel van je werknemers zich kandidaat stellen, en dat je instelling in de problemen komt als ze allemaal toegelaten worden tot de opleiding? Leg je situatie dan voor aan het overlegcomité dat bevoegd is voor jouw instelling. Het overlegcomité moet dan een advies formuleren.

Stuur het advies van het overlegcomité binnen de 5 dagen door naar het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector. Het Fonds zal een gemotiveerde beslissing nemen.

De voorwaarden voor de werknemer en de werkgever in de openbare sector staan in het desbetreffende akkoord vermeld, dat werd goedgekeurd door Comité A (het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten):

Terug naar boven